Geen Rotterdams burgemeestersreferendum

De gemeente Rotterdam krijgt geen burgemeestersreferendum. Na ongeveer drie uur debatteren werd donderdagavond in de gemeenteraad een voorstel om de burgers de opvolger van huidig burgemeester Ivo Opstelten te laten kiezen, verworpen. Het werd een nipte overwinning voor de tegenstanders: 23 raadsleden stemden tegen, 22 waren voor.

Opstelten verlaat het Rotterdamse stadsbestuur eind van dit jaar. In navolging van onder meer Eindhoven en Utrecht wilde Leefbaar Rotterdam en een deel van de PvdA-fractie een referendum. Uit een enquête onder zeshonderd Rotterdammers bleek 64 procent ook voor een volksstemming, maar daarvan zei 37 procent daadwerkelijk naar het stemhokje te komen.

Robert Simons van Leefbaar Rotterdam noemde donderdagavond de huidige procedure met een door de Kroon benoemde burgemeester „een ordinaire banenmachine”. Degene met de juiste partijkaart wordt burgemeester, aldus Simons. Volgens hem had een referendum de kloof tussen politiek en burger kunnen dichten.

Fractievoorzitter Peter van Heemst van de PvdA toonde zich ook een fervent voorstander van een referendum. „Als wij een referendum organiseren, is het afgelopen met de politieke spelletjes.” Het enthousiasme van Van Heemst kon tien van de achttien fractieleden niet overtuigen. Ze stemden tegen.

In Nederland zijn sinds 2001 acht burgemeestersreferenda gehouden. Bij vijf gemeenten werd de opkomstdrempel gehaald. Die drempel is minimaal 30 procent van de stemgerechtigden. De Tweede kamer behandelt dit jaar een wetsvoorstel om het raadplegende referendum af te schaffen.

Als Rotterdam wel had ingestemd met een burgemeestersreferendum had dat de gemeente tussen de 800.000 en 1 miljoen euro gekost.